20210930

SCHOORSTEENVEGER  

 

Op onze eerste ritten naar Frankrijk kwamen we ze vaak tegen. Volledig uitgebrande boerderijen en woonhuizen, waar alleen nog wat smeulende resten van over waren.

Later hoorden we dan, dat de oorzaak vaak een uit de hand gelopen schoorsteenbrand was, en dat bovendien de verzekering niet uitbetaalde als je niet in het bezit was van een nota van een erkend schoorsteenveger.

Zoiets mocht ons natuurlijk niet overkomen en een van de eerste dingen, die we dan ook ondernamen, was op zoek gaan naar een schoorsteenveger.

Via onze buren kregen we het adres en telefoonnummer van Marcel. Ik noem hem hier maar even bij zijn voornaam. Aangezien de helft van de Franse mannelijke bevolking zo heet, is herkenning op deze manier vrijwel onmogelijk. Hij woonde in een naburig dorp en stond goed bekend.




Omdat we in die tijd zelf nog geen telefoon hadden en ik telefoneren in het Frans ook nog een beetje lastig vond, besloot ik er maar even naar toe te rijden. De deur werd open gedaan door een alleraardigste vrouw, die haar uiterste best deed om zo duidelijk mogelijk Frans te spreken. Ze kon meteen een afspraak maken voor over een paar dagen en tevreden keerde ik weer naar huis terug.

Inmiddels had ik al wel gezien, dat het huis van de schoorsteenveger van onder tot boven beplakt was met affiches van het "Front National". Een club, die er nou niet bepaald bekend om staat, dat ze veel met buitenlanders op hebben.

Zo zie je maar weer, dacht ik bij mezelf, dat je niet altijd vooroordelen moet hebben. Het zijn gewoon hele aardige mensen.

Omdat Fransen de naam hebben altijd en overal te laat (of soms ook helemaal niet) te komen, verbaasde het me dat precies op het afgesproken tijdstip de auto van de schoorsteenveger voor de deur stopte.

Twee mannen stapten uit. Een stelde zich voor als Marcel en de ander, een grote zware vent, bleek zijn schoonzoon te zijn. Deze zei helemaal niets.

Het aangeboden kopje koffie werd met een schamper lachje van de hand gewezen.

"Als er geen champagne in huis was dan hoefden ze niets." ,werd er gezegd.

Het tweetal ging aan de slag. De grote schoorsteen werd met een lap zwart plastic afgeplakt. Marcel verdween daar achter en de schoonzoon, die nog steeds geen woord had gezegd, klom op het dak.

Even was het stil, en toen barste er achter het plastic een hevig lawaai los. Er werd gekrabd, gehoest, gevloekt en gerocheld en op het dak leek het wel of er een kudde olifanten heen en weer galoppeerde. Na een klein kwartiertje kwam Marcel weer als een zwarte sneeuwpop te voorschijn, pakte een krant  (de verse), legde die op een stoel en ging aan de tafel zitten om vast de rekening uit te schrijven. Zijn schoonzoon zou de kleine schoorsteen nog wel even doen, want dat was zo gebeurd.

Toen de rekening was opgemaakt en betaald, hoorden we van uit de tuin een verontrustend lawaai. Het leek wel of het huis werd afgebroken. Toen we gingen kijken, bleek dat in zekere zin ook zo te zijn.

 

Wat was er namelijk gebeurd. Bij het vegen van de schoorsteen, die achter de muur langs loopt, was er een stuk gereedschap blijven hangen en wat is in zo’n geval logischer dan een gat in de gevel te hakken om dat weer terug te krijgen.

Helaas bleek de hoogte de eerste keer verkeerd ingeschat, zodat het hakken van een tweede gat noodzakelijk was. Met het welgemeende advies om deze schoorsteen vooral niet te gebruiken waren ze snel vertrokken; ons in totale verbijstering achterlatend.

Toen ik later voor alle zekerheid nog even op het dak ging kijken, bleek dat er daar op verschillende plaatsen pannen stuk getrapt waren.

Sinds die tijd veeg ik zelf de schoorsteen. Meestal vraag ik na afloop iemand een foto van me te maken. Ik zorg dan dat ik er flink vies op sta met het veeggereedschap in de hand. Ik denk niet dat de verzekeringsmaatschappij dit als bewijs accepteert, maar het lijkt me wél zo veilig.


VENDANGE


In de zestiger jaren, heb ik een paar keer druiven geplukt in Frankrijk. In dit jaargetijde moet ik daar altijd weer even aan terugdenken. Het waren veelal arme mensen die op die manier een paar francs konden verdienen. De vermoeidheid is van de gezichten af te lezen. 

Deze foto's maakte ik in 1967 in Saint Michel de Montaigne. (Dordogne)

 




 

Geen opmerkingen: